|
||||||||
|
Nienke Dingemans is binnen de Nederlandse rootsmuziek al een tijdje een hele grote belofte en maakt dat helemaal waar op het uitstekende, door Verbraak I van Bijnen Recordings geproduceerde, "Ain’t No Hollywood Girl". Direct vanaf de eerste noten van haar debuutalbum doet Nienke iets met je. Ze beschikt over een zeer karakteristieke stem, een stem die het goed doet in de blues, die een zeer prominente rol speelt op haar debuut, maar Nienke teert zeker niet alleen op de rijke tradities van de blues. Deze plaat slaat meerdere wegen in en trekt continu de aandacht met een mooie stem, fraaie klanken en songs die bol staan van de creativiteit. De 10 tracks van deze jonge singer-songwriter vormen de opvolger van haar EP "Devil on my Shoulder" (2021), haar indrukwekkende debuut-EP die kon rekenen op extreem veel aandacht. "Ain’t No Hollywood Girl" opent eerder ingetogen met de titelsong, een zeer intrigerende song, maar ik werd echter dadelijk geraakt door de bijzondere stem van de jonge muzikante, uit het Nederlandse Ossendrecht, en bij het horen van haar krachtige zang, heb je zeker niet het gevoel dat je luistert naar een zangeres van 19. Nienke Dingemans beschikt over een behoorlijk doorleefd klinkende stem, die gemaakt is voor de blues. Het is een stem die naarmate het album vordert steeds mooier wordt en dat geldt eigenlijk voor alles op "Ain’t No Hollywood Girl". Ook in muzikaal opzicht is het debuutalbum, een album dat zich niet in een hokje laat duwen maar meerdere genres laat samenvloeien. Blues uit het verleden is absoluut een inspiratiebron geweest voor deze Brabantse muzikante, maar het album blijft hier zeker niet in steken. Nienke vertelt op haar debuutalbum mooie en vaak poëtische verhalen en verpakt ze in songs die zich vrij makkelijk opdringen, maar die ook interessant en fantasierijk blijven wanneer je ze wat vaker hoort. In een aantal Nederlandse recensies kwam ik de naam van Beth Hart tegen en daar valt wel wat voor te zeggen. Ook voor de vergelijking met Bonnie Raitt overigens. Voor deze plaat profiteerde Nienke wederom van de multi-instrumentalisten Joost Verbraak (drums, percussie, trompet) en Jan van Bijnen (harmonica, banjo, lapsteel) en soms geassisteerd door bassist Joris Verbogt horen we Nienke afwisselend op akoestische gitaar, lap steel, elektrische slide, arch top-gitaar en piano, en klinkt het muzikaal gewoon fantastisch, dat daarbij uitstekend past bij de introspectieve stem van Nienke. De hecht spelende band is goed voor een authentiek klinkend en vooral bluesy geluid, maar ook invloeden uit de soul, americana, country en jazz rock hebben hun weg gevonden naar het album. Het is een album waarop Nienke alleen maar eigen uitstekende en veelzijdige songs zingt met veelal blues en country getinte verhalen. Zoals reeds meerdere keren gezegd, de zang op het album is bijzonder indrukwekkend, maar Nienke voegt uiteraard ook flink wat gevoel en doorleving toe aan deze gloedvolle vertolkingen, zoals ook over haar muzikale volwassenwording in een gedroomd Americana land. "Ain’t No Hollywood Girl" knalt dan ook uit de speakers, luister bijvoorbeeld maar eens naar deze titelsong waarmee ze het album opent, en ze op een zeer ingetogen wijze concludeert dat ze geen Hollywood Girl is. De erop volgende nummers zijn eveneens rootsy met galopperende country in "The House Of Lily Jones ", countryblues in "Southern Way", met blazers ingekleurd en aanstekelijk rockabilly getinte "Blue Eyed Dreams" en de ruimtelijke ballad "Place I Call Home", met zijn mooi strijkerswerk en Nienke aan de piano vormen een uiteenlopend, maar logisch vervolg op haar eerste EP. Nienke schakelt bovendien moeiteloos tussen wat stevigere uptempo tracks en meer ingetogen tracks, waarin haar krachtige stem opeens een stuk intiemer en gevoeliger klinkt. Mooi voorbeeld is hoe ze het tweede deel van het album stevig opent met rauwe slides in het gelijknamige roadmovie geïnspireerde "Thelma and Louise" om dan in het daarop volgende nummer, het ingetogen "Late Night Blues" even te laten horen dat ze evengoed met de lapsteel overweg kan, en is de sfeer van de Mississippi Delta meteen voelbaar. De Nederlande muzikante overtuigt niet alleen als zangeres, maar ook als songwriter, want de songs op "Ain’t No Hollywood Girl" zijn niet alleen veelzijdig, maar zitten ook knap in elkaar en als haar stem je eenmaal raakt is de liefde voor de zang op haar debuut ook direct onvoorwaardelijk. Als deze plaat de volgende maanden de Euro Americana Chart hoog gaat aanvoeren, zal me dan ook zeker niet verbazen.
|